woensdag 31 december 2008

Diner

Georges, mijn huisbaas-buurman, vindt dat ik te weinig gasten ontvang. Om dat te remediëren heeft hij een aantal mensen, onder wie ondergetekende, uitgenodigd voor het diner. Het was een groot offer voor hem, zo zei hij, om voor zo'n grote groep mensen een feestelijke maaltijd te serveren. Hij is immers de jongste niet meer, en ook niet de rijkste. Maar hij doet het met liefde en speciaal voor mij.

Dat zei hij om mij me schuldig te laten voelen.

In verband met de kerstdagen is de leeftijdscategorie 18-38 teruggekeerd naar het dorp, en Georges heeft ze allemaal uitgenodigd. Volgende week gaan ze allemaal weer terug naar hun respectievelijke uithoeken van het land, dus ik geloof niet dat Georges het deed opdat ik mensen leer kennen in het dorp. Nee, volgens mij deed hij het gewoon voor Timothée en Lucie, zijn kinderen. Het zijn hun vrienden.

Zo waren daar Alain, de zoon van de bakker, en Fleur, de dochter van de slager. Iedereen weet (en kan zien) dat zij een stelletje zijn.

"Maar vertel dat alsjeblieft niet aan mijn vader," drukte Fleur me op het hart.

"Of aan de mijne," voegde Alain eraan toe. "Het zou de ruzie alleen maar erger maken."

Ruzie. Dat verklaart waarom de slager laatst zo heftig reageerde op dat brood dat ik mee zijn winkel in nam.

De dochter van de garagiste heet ook Fleur.

"Ik was er eerder hoor!" vertelde ze. "Saussay, die stomme slager, heeft de naam gejat van mijn ouders."

Julien, de zoon van de slager, werd door iedereen een beetje gemeden, ook door zijn zus. Na even met hem gesproken te hebben tijdens het aperitief wist ik waarom. Ik heb mijn best gedaan om tijdens het diner naast iemand anders te gaan zitten: Olivier Torcée was gelukkig wel aangenaam gezelschap.

O en het voedsel was ook erg aangenaam gezelschap.

woensdag 24 december 2008

Kerstaflevering

Om elf uur gaat de straatverlichting uit. Dan zie je de sterren.

Gisteravond, toen ik naar bed wilde gaan, hing er een schilderijtje op de plek waar normaal mijn raam is. Een schilderijtje van de Grote Beer. Ik ben naar buiten gelopen en heb misschien wel een halfuur naar boven gekeken.

Ik had nog nooit de Melkweg gezien. Hij is inderdaad melkig.

In Nederland is overal licht, ook 's nachts, en zeker in de stad. Hier is het na elf uur pikdonker. En wat je dan ziet is adembenemend. Nu snap ik wat ze bedoelen met lichtvervuiling.

Als ik een driewijze was, zou ik niet weten welke ster ik moest volgen; ze zijn allemaal zo helder.

zondag 21 december 2008

Superheld

Ik kwam Lucien weer tegen in het café. Hij zat met een schetsboek voor z'n neus, superheldenoutfits te tekenen. Ik ging naast hem zitten.

"Wat denk je van Maximan?" vroeg hij.

"?"

"Als naam voor mijn geheime identiteit, als superheld."

Ik legde hem uit dat "Maximan" juist zijn publieke identiteit zou zijn, en "Lucien" zijn geheime. Alhoewel ik al wist dat hij Lucien is en dat het geheim daarmee bij voorbaat niet meer geheim was. Tenzij ik mijzelf ook een publieke identiteit zou aanmeten en zijn aartsvijand zou worden natuurlijk.

Daar was hij het wel mee eens.

"Overigens vind ik Maximan een stomme naam," zei ik. "Wat denk je van Le Big Mec? Die naam heb ik eens in een stripboek gelezen."

Hij zou erover nadenken.

woensdag 17 december 2008

Wandeling

Van de week besloot ik via een omweg naar huis te lopen. Christophe was weer eens boos geworden om niets, en ik wilde even uitwaaien. Zonder dat ik er erg in had, voerde mijn weg me langs het postkantoor. Dat van de overval. Natuurlijk moest ik even naar binnen kijken; het is niet elke dag dat je een gijzeling van dichtbij kunt bekijken.

Nou ja, dat kan dus wel hier. Maar toch.

Ik weet niet wat ik verwachtte te zien. Mensen, angstig zittend tegen de muur, terwijl de gemaskerde overvaller met zijn wapen zwaait. Misschien zijn de gijzelaars wel vastgebonden. Misschien is er wel eentje gewond!

Niets van dat al. Ze zaten met z'n vijven om de tafel. Lachend, vrolijk. Ik kon niet eens zien wie van hen de overvaller was, en wie de gijzelaars. Te kaarten. Tarot, zo te zien. Voor ik er zelf erg in had, zwaaide ik naar ze. Een van hen zag me, en zwaaide terug.

"Jean!"

Enigszins verbaasd liep ik verder. Zo horen gijzelingen toch niet te gaan? Ik had niet eens een wapen gezien!

"Jean!" Ik draaide me om. Het was een van de hangouderen op het kerkplein die me riep. De man met de baret; de sympathieke. Hij was me tegemoet gekomen.

"Jean. Of is het Yann?" Hij kende mijn naam, maar ik had hem nog nooit gesproken! Alleen af en toe hallo. Nou ja, in een dorp als dit kun je niet lang geheimen bewaren, zeker als ze niet geheim zijn natuurlijk.

"Eh."

"Jean. Ik heb liever niet dat je naar ze zwaait."

Nog voordat ik eraan dacht waarom te vragen, stond hij alweer te jeu-de-boulen met zijn vrienden. In gedachten verzonken kwam ik thuis.

zondag 14 december 2008

Afstand

Ken je dat, als je ergens heel intensief mee bezig bent, dat je er niet meer objectief over kunt redeneren? Je zit er te dicht op, en moet afstand nemen om het geheel te kunnen overzien. Het nemen van die afstand kan best lastig zijn. Soms heb je iemand anders nodig om je ertoe te dwingen.

Hein vroeg me vorige week wat ik zo leuk vind aan Frankrijk. Het is een goede vraag, waar ik gek genoeg geen goed antwoord op heb. Het zit in me, maar waarom het in me zit, weet ik niet. Ik zit ook in me, dus ik zit er heel dicht bovenop. Ik zou een stap terug moeten nemen van mezelf om het goed te kunnen zien.

Ten eerste wil ik zeggen dat ik in Frankrijk woon. Niet in Parijs. Frankrijk en Parijs zijn twee verschillende landen, en eenieder die zijn mening over Frankrijk baseert op uitsluitend Parijs of uit Parijs afkomstige mensen, nodig ik uit om een keer echt naar Frankrijk te gaan. En ook niet naar zo'n toeristenhol in de Alpen of de Dordogne; die tellen gewoon als Nederland.

Ik kan niet zeggen dat het de mensen zijn die in Frankrijk op de een of andere manier beter of anders zijn dan in Nederland, want dat zijn ze niet. Christophe is gewoon een eikel. Goed, ze zijn hier inderdaad een stukje chauvinistischer dan in Nederland, maar Nederlanders lijden aan hun eigen nationale waanbeelden die Nederlandse Nederlanders in Nederland niet zien omdat ze eerst een stapje uit Nederland moeten nemen.

Wat trekt mij dan wel?

Het landschap is mooi. Frankrijk heeft alles: bergen, zee, stad, horizon. Nederland heeft eigenlijk alleen maar zee en stad.

De taal vind ik prachtig: heel vloeiend, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het Duitse staccato, en muzikaal, maar zachter dan het Italiaans. Het heeft complexe uitspraakregels die mijn informaticahart aanspreken, maar zonder Engelse willekeur.

De muzikaliteit van de taal maakt haar natuurlijk uitermate geschikt voor Franstalige poëzie en muziek. Vooral van dat laatste ben ik een groot liefhebber. De Franse muziek in het bijzonder, en de Franse cultuur in het algemeen, trekken aan mij.

Ik zal, tijdens de loop van dit blog, proberen stapjes terug te nemen van mezelf (zonder buiten mezelf te treden), en het jullie laten weten als ik daarbij iets interessants ontdek.

donderdag 11 december 2008

Ambacht

In Nederland kocht ik al mijn eten bij Albert Heijn. Brood, vlees, alles. Dat is hier natuurlijk ondenkbaar. Brood haal je bij de boulanger, vlees bij de boucher. Of de charcutier. Of allebei.

De bakker en de slager zijn hier buren. Handig, zou je denken.

Nadat ik gisteren, zoals gebruikelijk, mijn pain complet en een baguette had gekocht, liep ik bij de slager binnen voor een stukje vlees. Meestal staat de vrouw van de slager in de winkel, terwijl hij achter zijn werk doet. Deze keer was het monsieur Saussay zelf die achter de toonbank stond.

Saussay, zoals altijd luid zingend, was meteen stil toen hij mij zag. Een tel later werd hij boos.

"Haal dat misselijke misbaksel uit mijn winkel!" riep hij. Ik keek hem niet-begrijpend aan. Hij wees naar mijn brood. "Weg! Weg ermee!" Hij pakte een bebloed slagersmes, veegde het af, en begon dreigend achter de toonbank vandaan te komen. Zijn gezicht was vertrokken tot een verschrikkelijke grimas. Ik deinsde angstig terug, de winkel uit.

Toen ik mijn tas buiten uit het zicht tegen de gevel had gezet en behoedzaam weer binnenliep, was hij opeens allervriendelijkst, net zoals zo'n dikke vervaarlijke gladiator in Asterix als hij opeens met gebloemde spreekballonnetjes complimentjes geeft aan zijn superieuren.

Maar wat had ik verkeerd gedaan?

zondag 7 december 2008

Mail

Ik kreeg een mail van Hein:

hey jan,

hoe gaat het met je auto auto?? je hebd toch nog geen on gelukken veroorzaakt haha je blog is erg leuk, balen dat je zo slecht internet hebt man maar waar om ga je dan ook in vredesnaam zo achterafgelegen wonen???/ ik snap niet wat er nou zo leuk is aan frankrijk

sinter klaas is net weer het land uit die heb jij dus gemisd. ik heb guitar hero gekregen voor mn ds

hey groot nieuws ik heb een baan gevonden!!!1 ik ga werken bij een bedrijf dat games ontwikkelt jammer dat je niet meer in de randstad woond anders had ik bij je kunnen logeren tot ik woon ruimte gevonden heb haha

-heinz

Hein is niet zo goed in de d's en de t's. En in de interpunctie.

woensdag 3 december 2008

Generatiekloof

In dit dorp ontbreekt een generatie.

Er woont hier bijna niemand tussen de achttien en achtendertig; van mijn leeftijd. Ik ken er welgeteld twee: Khalid, over wie ik al eerder heb geschreven, en Chloé, dochter van wethouder Beilte. Zij is koffiejuffrouw op het gemeentehuis, of manager municipale dienstverlening-facilitair, zoals ze zelf graag haar functie omschrijft.

De rest is allemaal uit studeren in de grote stad, een grote stad, ergens in het land. Grootouders, ouders en kleine broertjes en zusjes blijven achter.

Gevolg is, dat er voor mensen van mijn leeftijd weinig te beleven valt hier. Maar er is een café en daar ga ik af en toe heen. Laatst kwam ik er zelfs een generatiegenoot tegen!

Lucien, de jongste telg uit het gezin-Beilte, heeft zijn draai in het leven nog niet helemaal gevonden. Hij heeft niet gestudeerd en woont bij zijn ouders. Gedurende een uurtje of twee per week is hij manager municipale dienstverlening-IT. Verder sport hij als een maniak.

Omdat ik niks beters te doen had, ben ik 'm eens gaan uithoren over zijn ambities. Daarvan heeft hij er precies één: hij wil superheld worden.

zondag 30 november 2008

Connectiviteit

Vroeger had ik een rijk sociaal leven op internet. Nu ben ik weer terug bij dial-up. Wat had ik dan verwacht, in een land waar ze de telefoonkabels nog bovengronds spannen?

Kabel heb je niet op het platteland, ook niet voor tv. Dat heeft wel als voordeel dat ik niet hele avonden achter de tv verdoe; zappen tussen zes zenders doe je ook maar zo lang.

ADSL valt ook af. Alhoewel je overal telefoonkabels ziet hangen, is de dichtsbijzijnde centrale te ver weg om een goed internetsignaal te krijgen. Of is dit dorp te ver weg van de centrale?

Internet via de satelliet, dat zou nog kunnen. Maar dat is schreeuwend duur. Of internet via het mobieletelefoonnetwerk. Maar dat is schreeuwend duur. Dus dan komen we toch weer terug bij de telefoonkabels: ouderwets inbellen. Dat is ook schreeuwend duur. Maar wel makkelijk.

Geen YouTube, geen tv, geen snel internet ... wat dan wel? Welnu, ik lees een boek. Ik mail met Hein en de rest van het thuisfront. En ik schrijf dit blog. Alleen het plaatsen van de stukjes op de site blijft vervelend. Misschien toch nog maar eens naar zo'n satelliet kijken.

donderdag 27 november 2008

Mechanicaman

Auto's evolueren steeds meer van grote brokken mechanica naar software op wielen. Het ligt voor de hand te denken dat de zelf-rijdende auto een volgende stap is in deze evolutie. En dat is ook zo. Maar er is nog steeds mechanica nodig om enen en nullen te vertalen naar gas, rem en stuur.

Je hebt tegenwoordig auto's die zichzelf kunnen parkeren, waarvoor dit vertaalprobleem al is opgelost. Maar deze auto's gebruiken wat we in softwareland een closed-source API noemen; die kunnen we niet gebruiken. We moeten zelf iets verzinnen.

Geconfronteerd met de vraag waar de beloofde mechanicaman was die burgemeester Torcée voor dit project zou inhuren, ontweek hij schuldbewust mijn blik en begon mompelend de paperassen op zijn bureau te sorteren. Vergeten. Oeps.

Misschien dat Hervé Lavoir, de garagiste, me voorlopig kan helpen?

Lavoir is de uitbater van de enige Citroëngarage in de regio: Monsieur Pneu. Haha. Ik ben hem gaan opzoeken; hij was niet van zins me te helpen. Binnen vijf minuten stond ik weer buiten.

Wat nu?

zondag 23 november 2008

Bloemrijk

Burgemeester Torcée doet erg zijn best om zijn dorp op de kaart te zetten, met een grote dikke pijl ernaast en de tekst "Hier moet u naartoe. Hierheen! Kom dan!" Mijn zelfrijdende-autoproject is daar een extravagant voorbeeld van. Christophes project ook. Een ander voorbeeld is het village fleuri-project. Elk dorp en elke stad in Frankrijk kan één tot vier bloemen krijgen, die aangeven hoe bloemrijk de gemeente is. Hier mag dan een bordje van geplaatst worden onder de plaatsnaambordjes aan de rand van die gemeente.

Knallende ruzie laatst, in het gemeentehuis. Ik stond gefascineerd te luisteren, deur op een kier zodat ik alles goed kon verstaan, maar niet zo ver open dat het opviel. Verderop in de gang zag ik andere deuren ook op soortgelijke kieren staan. Christophe, intussen, werkte onverstoorbaar door.

De ruzie was tussen wethouder Jean-Baptiste Beilte en Khalid, de tuinman, tevens dorpsallochtoon. Ik kon niet alles volgen; met name Beilte gebruikte veel bloemrijke taal, van de soort die je niet op school leert zal ik maar zeggen. Beilte, verantwoordelijk voor ruimtelijke ordening en dus bloemen, had blijkbaar een appeltje te schillen met Khalid. Hij vond dat Khalid niet genoeg moeite deed om het dorp zo bloemrijk mogelijk te maken.

Khalid zei, geduldig, dat het november is en dat er niets is wat hij nu kan doen.

Beilte zei, wijdlopig, dat alles in het werk gesteld moet worden om te zorgen dat we volgend jaar eindelijk die vierde bloem op het bordje krijgen die ons al zo lang ontgaat.

Khalid zei, gepikeerd, dat alles is gedaan en dat het nu een kwestie is van geduld hebben.

Beilte zei, met groeiend stemvolume, waarom hij het hier niet mee eens is.

Khalid zei, in door mij helaas misverstane bewoordingen, dat Beilte de boom in kon met zijn bloemen, en liep vervolgens boos het gemeentehuis uit.

Nee, Beiltes leven gaat niet over rozen.

donderdag 20 november 2008

Boules

Ik had altijd gedacht dat jeu-de-boulesspelende ouderen een stereotype waren, maar het gebeurt echt! En op een stereotiepere manier dan hier kan het bijna niet. Drie oude mannetjes op het pleintje voor de kerk. Een van hen draagt zelfs een baret.

Elke dag loop ik langs het plein, en elke dag staan ze daar te spelen. En elke keer dat ik voorbijloop, kijken ze me na, met priemende oogjes. Meestal groet ik ze dan, en meestal krijg ik geen antwoord, of hooguit wat gebrom.

Een van de mannen komt wel sympathiek over; als ik word teruggegroet is het meestal door hem. De tweede is ronduit vijandig. Als hij veertig jaar jonger was zou ik hem niet graag in een donker steegje tegenkomen. De derde lijkt het nooit te kunnen schelen als ik voorbijkom.

Ik ben een beetje bang om ze aan te spreken.

zondag 16 november 2008

Krossántje

Nu ik in Frankrijk ben realiseer ik me pas hoe lui mijn uitspraak van Franse woorden in het Nederlands altijd is geweest. Ik schroomde er bij de bakker niet voor om een krossántje te bestellen, in plaats van een krwassã. Goed, die rw-combo is lastig, en die neus-a ook. Maar niet lastiger dan de schr in schroom, die ik dus niet voelde.

Jus d'orange wordt door Nederlanders stelselmatig versjuderanst. Om maar te zwijgen van al die juwelenwinkeltjes die hun etalage tooien met het woord "byoux". Elke keer dat ik "bijoux" met een y-grec gespeld zie worden, beste lezer, schiet er een felle pijnscheut door mijn talenknobbel. Au.

Wij hebben ons woorden van Franse oorsprong dermate eigen gemaakt dat Fransen, als ze in Nederland zijn, ongetwijfeld geen flauw benul hebben dat het hun woorden zijn die we misbruiken: déjà-vu (in alle diakritische vormvarianten), papier-maché (waar beide woorddelen rijmen, of niet), clou (niet te verwarren met het Engelse clue), revanche (niet te verwarren met het Engelse revenge).

Maar, de Fransen slaan keihard terug: mannequin, boulevard, étape, matelot.

woensdag 12 november 2008

Incident

Weet je nog, het Incident, met hoofdletter, waar Christophe laatst niets over wilde zeggen? Ik weet nu waar hij het over had. Ik ben verbaasd dat ik er niet eerder achter kwam; het is een tamelijk bizar verhaal.

In een zijstraat van het kerkplein, voorbij het verkeersbord "30 - rappel" (ik begin opeens op dit soort verkeersdetails te letten: beroepsdeformatie), is de straat deels afgezet. Er is namelijk een overval aan de gang in het postkantoortje schuine streep bank.

Al vier maanden.

Op het gemeentehuis circuleert een memo, die de municipale memogeschiedenis is ingegaan als "le billet de banque", waarin alle officiële gebeurtenissen en acties zijn gerapporteerd die betrekking hebben op dit Incident, en waarin staat hoe het heeft kunnen escaleren tot de proporties die het nu heeft. Bij dezen een korte omschrijving.

De overval begon zoals elke andere: gemaskerde en gewapende overvaller betreedt perceel, bedreigt aanwezig personeel (1 persoon) en clientèle (3 stuks), eist de inhoud van de kas, probeert te ontsnappen. Helaas voor hem liep toevallig net op dat moment de volledige politiemacht van het dorp voorbij: een agent genaamd Roger de Conneré. Hij posteerde zich voor de deur en liet niemand in of uit, in de wetenschap dat de enige achterdeur van het pand al jaren niet meer bruikbaar is, want van buitenaf geblokkeerd door een manshoge berg zand die daar is gestort door een achteloze buurman.

Lang verhaal kort, De Conneré weigerde in te gaan op de eisen van de overvaller en vice versa; de plaatselijke middenstand heeft het op zich genomen om de gijzelaars te voeden, want familie, en daarmee ook de overvaller; De Conneré, die toevallig schuin tegenover de bank woont, heeft zijn kantoor naar huis verplaatst; en inmiddels heeft het Incident het dorpsbeeld dermate bepaald dat niemand het meer raar lijkt te vinden. Mensen die geld willen pinnen gaan nu zonder erbij na te denken naar het volgende dorp.

Ik moet niet vergeten dit straatje te markeren als nulrichtingsverkeer in mijn auto-autosoftware.

zondag 9 november 2008

Caissière

Als nieuweling hoef je weinig te doen om op te vallen in een kleine gemeenschap als deze. Zo kende ik na één bezoek al het levensverhaal van Angélique Saussay, caissière bij de 8 à Huit.

Ze is de helft van een eeneiige tweeling en haar zus Jacqueline is getrouwd met Victor Monchevereau, die dat belachelijke kasteel aan het bouwen is aan de rand van het dorp; je hebt het vast al gezien, hoe verzint hij het, zo extravagant en protserig, wie zit er nou in vredesnaam in de eenentwintigste eeuw nog op een kasteel te wachten, doe liever iets nuttigs met je geld; terwijl zijzelf dus nooit een man aan de haak heeft kunnen slaan, rijk of anderszins, waardoor ze, in tegenstelling tot haar zus, wél gewoon moet werken voor de kost net als ieder ander, en dat doet ze nu als caissière bij de supermarkt, maar dat is tijdelijk hoor, denk maar niet dat ze hier de rest van haar dagen zal slijten hoor, o nee, ze heeft dromen, ze heeft ambities: in haar vrije tijd maakt ze namelijk sieraden van papier-maché die ze verkoopt via internet, en alhoewel haar sieradenimperium op dit moment nog niet zo goed loopt zullen ze, wanneer de tijd er rijp voor is, buitengewoon populair worden in de hogere kringen van de Parijse jetset: ze zullen gedragen worden door artiesten, politici, topcriminelen en diplomaten; ze zal haar fortuin maken, ze zal gevraagd worden voor interviews in glossy bladen en voor grote filmrollen, want ze is ook actrice; och, heb je trouwens die film over de Ch'ti al gezien, dat is toch zo'n kostelijke film, en ook leerzaam voor jou, het geeft zo'n treffend beeld van de Noord-Franse cultuur, alhoewel we hier niet in het noorden van Frankrijk zitten natuurlijk, maar het is toch een erg leuke film, waarom zit je zo op je horloge te kijken; ook zal ze gevraagd worden voor de exclusieve feestjes in Parijs en voor modeshows, waar ze haar sieraden zal tonen aan topmodellen en couturiers, die orders zullen plaatsen die zo groot zijn dat ze mensen in dienst zal moeten nemen om aan de vraag te kunnen voldoen, en eindelijk zal haar zus in háár schaduw staan in plaats van andersom, en dan zullen we nog eens wat beleven, let maar op!

Intussen zal ze proberen om verse melk voor me te bestellen.

woensdag 5 november 2008

Dieet

Voor een ogenschijnlijk beschaafd land als Frankrijk zijn de eet- en drinkgewoontes er toch heel anders dan in Nederland.

Water, om te beginnen. In Nederland haal je dat gewoon uit de kraan. Toen ik dat hier voor het eerst deed, spuugde ik het meteen uit zo goor was het. Georges heeft me verteld dat je niet ziek wordt van het kraanwater, maar dat het evenmin bestemd is om te drinken. Nee, drinkwater koop je in een plastic fles. Ik ben eens gaan kijken bij de plaatselijke 8 à Huit, en de hoeveelheid keus is duizelingwekkend.

Bij mijn eerste glas melk had ik dezelfde neiging als bij mijn eerste glas kraanwater. Vrijwel alle melk is hier langhoudbaar. Logisch natuurlijk, want het pasteurisatieproces is bedacht door en vernoemd naar een Fransman, en de Fransen zouden de Fransen niet zijn als ze dat feit zomaar aan zich voorbij konden laten gaan. Louis Pasteur is een nationale held. Ik heb een beetje gegoogled; er wordt zelfs gewaarschuwd voor de gezondheidsrisico's van het consumeren van "lait non-pasteurisé". Dit terwijl hier in Nederland hele volksstammen dagelijks volstrekt geen negatieve gevolgen van ondervinden. Verse melk schijnt wel te krijgen te zijn, maar ik heb het nog niet gevonden. De volgende keer eens kijken bij de eco-producten of zo.

Brood is natuurlijk een bekende. Maar niet alleen de vorm is anders. In principe is alle brood witbrood. En hoewel vers witbrood van de bakker erg lekker is, had dat na een paar dagen al ingrijpende gevolgen voor mijn stoelgang. Ik heb het inmiddels met mevrouw Montfort, de bakkersvrouw, op een akkoordje gegooid: elke twee dagen bakt haar man voor mij een "pain complet".

Wat hier gewoon niet bestaat, is pindakaas. Laat staan die van Calvé, met stukjes noot: de lekkere pindakaas, kortom. Als ik dat wil hebben, zal ik 't zelf moeten gaan importeren. (Gelukkig hebben ze hier wel Nutella.)

En dat was alleen nog maar het ontbijt.

zondag 2 november 2008

Collega

Ik heb een kantoor gekregen op de eerste etage van het gemeentehuis. Gek eigenlijk, dat een dorp als dit een eigen gemeeentehuis heeft, en een eigen burgemeester. In Nederland zou het gemeentelijk geherindeeld, geannexeerd of gewoon opgeslokt zijn door een naburig dorp. Maar dat terzijde.

Ik deel de ruimte met Christophe; onze bureaus staan tegenover elkaar. Of moet ik tegenwoordig zeggen: "bureaux"?

Nee, toch maar niet doen.

Toen burgemeester Torcée mij aan Christophe voorstelde, leek hij een heel normale, sympathieke kerel. Zijn handdruk was stevig maar een beetje vies door zijn schilferende winterhanden. Meteen na onze introductie is hij zijn handen gaan wassen; hij is daar wel een minuut of vijf mee bezig geweest.

Christophe is werktuigbouwkundig ingenieur. Hij werkt aan een project om de processen in het plaatselijke postkantoortje annex bank te automatiseren. Het is tamelijk revolutionair en kan hem en het dorp in werktuigbouwkundige kringen wereldberoemd maken, zegt Torcée.

"Natuurlijk zit er weinig schot in het project, sinds het Incident." Op de een of andere manier krijgt Christophe het voor elkaar de hoofdletter i uit te spreken. Vervolgens weigert hij in te gaan op de aard van dit incident. Daar kom ik nog wel achter, zegt hij nors. Ik voel me alsof ik in een B-film terecht ben gekomen.

woensdag 29 oktober 2008

Qwerty

?ijn nqq, ligt ,oeilijk; in Frqnkrijk: Jqn Ouzens:

Ik heb tegenzoordig welfs ,oeite o, ,ijn eigen nqq, te spellen; woqls je wiet in de url vqn dit blog: Het Frqnse qwerty)toetsenbord is erg verzqrrend qls je azerty gezend bentm in nog geen &à ,inuten ben ik er knettergek vqn gezorden: Qlles zqt je dqcht te zeten over typen kun je uit het rqq, gooien:

Gelukkig typ ik blind ) ik heb Zindozs in,iddels verteld dqt ik ùn nor,qql toetsenbord heb; en nu kijk ik gezoon niet ,eer nqqr de knoppen:

Voor de inboorlingen is voorql de uitsprqqk lqstig: Voor ,ijn voornqq, wijn er tzee ,ogelijkheden: So,,ige ,ensen proberen he, te herleiden nqqr een Frqnse nqq, die we ql kennen: Dqn zordt het Jeqn: Dqt is ety,ologisch correctM ik ben vernoe,d nqqr hetwij de Doper; hetwij de Evqngelist 9nie,qnd zeet eigenlijk ,eer zelke vqn de tzee0; en die heten in Frqnkrijk beide Jeqn: Auq uitsprqqk lijken Jqn en Jeqn echter ,qqr nquzelijks op elkqqr:

Qndere ,ensen proberen zqt dichter bij de uitsprqqk te blijven: Wij gqqn pqs herleiden qls we ,ijn nqq, proberen op te schrijven en ,qken er dqn Yqnn vqn: Dqt is Bretons:

Zqt we ,et ,ijn qchternqq, doen; is ,et geen pen te beschrijven: LetterlijkM ik wou niet zeten hoe ik het ,oest opschrijven: Vrqqg ,e er ,qqr een keertje nqqr qls ik zeer in het lqnd ben; dqn wql ik het voor je uitspreken:



Vrij vertaald uit het Frans:

Mijn naam ligt moeilijk, in Frankrijk. Jan Ouwens.

Ik heb tegenwoordig zelfs moeite om mijn eigen naam te spellen, zoals je ziet in de url van dit blog. Het Franse azerty-toetsenbord is erg verwarrend als je qwerty gewend bent; in nog geen 10 minuten ben ik er knettergek van geworden. Alles wat je dacht te weten over typen kun je uit het raam gooien.

Gelukkig typ ik blind - ik heb Windows inmiddels verteld dat ik 'n normaal toetsenbord heb, en nu kijk ik gewoon niet meer naar de knoppen.

Voor de inboorlingen is vooral de uitspraak lastig. Voor mijn voornaam zijn er twee mogelijkheden. Sommige mensen proberen hem te herleiden naar een Franse naam die ze al kennen. Dan wordt het Jean. Dat is etymologisch correct: ik ben vernoemd naar hetzij de Doper, hetzij de Evangelist (niemand weet eigenlijk meer welke van de twee), en die heten in Frankrijk beide Jean. Qua uitspraak lijken Jan en Jean echter maar nauwelijks op elkaar.

Andere mensen proberen wat dichter bij de uitspraak te blijven. Zij gaan pas herleiden als ze mijn naam proberen op te schrijven en maken er dan Yann van. Dat is Bretons.

Wat ze met mijn achternaam doen, is met geen pen te beschrijven. Letterlijk: ik zou niet weten hoe ik het moest opschrijven. Vraag me er maar een keertje naar als ik weer in het land ben, dan zal ik het voor je uitspreken.

zondag 26 oktober 2008

Pastorie

Hein is weer terug naar huis. Ik heb hem naar het TGV-station in de stad gebracht. Op het moment dat ik dit schrijf, zal hij al bijna in Lille zijn. Ik ben met de auto weer teruggereden naar het dorp. Zonder auto kom je nergens in deze contreien.

Ik zit nu te typen in het huisje waar ik voorlopig ga wonen. Het heeft maar één kamer: een woonkamer annex slaapkamer annex keuken, met een apart badkamertje. Er staan een paar stoelen, een tafel, een bed en wat kasten die het woongedeelte van het slaapgedeelte scheiden.

Een dorp kan zo klein niet zijn, of het heeft een centrum, en soms zelfs een noord, oost, zuid of west. Dit huisje staat net buiten het centrum van het dorp (zuid), aan de rand van het erf van Georges de la Vallée. De grootste rommelschuur die ik ooit heb gezien bevindt zich onder hetzelfde dak.

De la Vallée huisvest hier vaker gasten die langer dan een dag blijven. Hij noemt het "la presbytère", wat ik heb opgezocht in het woordenboek: pastorie. Dat is wel een toepasselijke naam. Als zijn huis de kerk is, is dit het bijgebouw waar de pastoor woont. Een dienstwoning, zeg maar.

Er is ongeveer twintig meter tussen de pastorie en het huis van De la Vallée. Naar Nederlandse maatstaven zou dat huis een villa genoemd kunnen worden. Hij heeft drie verdiepingen, met op elke verdieping meer oppervlakte dan sommige mensen in een heel huis hebben. Ook het erf is enorm. Achter de vijver, die je ook een klein meer zou kunnen noemen, zou hij een camping kunnen beginnen.

Dit alles, uiteraard, binnen de bebouwde kom van het dorp.

woensdag 22 oktober 2008

Auto-auto

Wonen in dit dorp. Waarom doe je dat, fortasse requiris? Ik weet het niet, maar het kwam op m'n pad en het leek me wel lachen.

Ik heb hier wel werk: ik ga onderzoek doen naar zelf-rijdende auto's. Ars Technica had er laatst een mooi artikel over. Het is natuurlijk science fiction van de bovenste plank met een lachwekkende kans van slagen, maar Gilles Torcée, de burgemeester van het dorp, is bereid me ervoor te betalen en wie ben ik om zo'n aanbod af te slaan?

Torcée zegt dat zijn dorp de ideale testlocatie is voor de "auto-auto". Er is weinig verkeer dus het is relatief veilig, het dorp is klein dus de auto hoeft maar weinig "uit het hoofd te leren", en de verkeerssituatie in het dorp, met zijn stopborden, zijn ene stoplicht en zijn eenrichtingsverkeerrondje-om-de-kerk, is complex genoeg om het experiment interessant te maken.

Volgens mij is Torcée een beetje mediageil. Hij heeft het idee in zijn kop dat zijn dorp de wereldpers kan halen als eerste dorp waar auto's rijden zonder menselijke bestuurder. Misschien is dat ook wel zo. Maar dan moeten er natuurlijk wel auto's rijden zonder menselijke bestuurder.

Hoe het ook zij, ik vind het een interessant probleem. Het wordt mijn taak om de verkeersregels en de verkeerssituatie van het dorp te modelleren en te verwerken in een fraai stukje software. Wat is het ergste dat me kan overkomen?

Welnu, dat is dat ik een nieuwe dimensie toevoeg aan het begrip "crash".

zondag 19 oktober 2008

Achteraf

Het dorpje waar ik heen ga ligt achteraf. In Nederland heb je ook achteraf, maar in Frankrijk kan het veel achteraffer.

Iedereen die in Frankrijk wel eens de tolwegen heeft verlaten, kent ze wel, die dorpjes waar de departementale weg dwars doorheen gaat. Het ene moment zoef je nog met negentig door de heuvels; het andere moment staat er een stopbord voor je neus omdat de huisjes opeens zo dicht op elkaar gepakt staan dat je niet kunt zien of er iets van rechts komt.

Dit is niet zo'n dorp.

Het dorp ligt op tien minuten rijden van het dichtstbijzijnde departementalewegdorp, en op een halfuur van de dichtstbijzijnde stad van enige betekenis. Ik heb me laten vertellen dat men dat nog dichtbij vindt ook.

Ironisch genoeg ligt het dorp wel op gehoorafstand van de tolweg, maar in beide richtingen is de eerste toegang tot die tolweg een halfuur rijden.

En hoe achteraf dit dorpje ook mag zijn: het heeft een klein buitenwijkje. Een groepje huizen buiten de bebouwde kom. Je zult er maar wonen.

dinsdag 14 oktober 2008

Route

Op een donkere oktoberochtend ben ik vertrokken. Hein gaat ook mee, om me te brengen. Volgens mij wil hij voor zichzelf niet toegeven dat-ie niks beters te doen heeft.

Ik heb onze route uitgeprint:

603km - ca. 5 uur 51 min.

Startpunt: Tilburg.
  1. Vertrek in westelijke richting naar Breda.
  2. Sla linksaf bij Breda.
    U gaat België binnen.
  3. Ga verder op R1, door de Kennedytunnel. U mag nu de proviand aanbreken.
    U gaat Frankrijk binnen.
  4. Na Rijsel, ga verder op A1, langs slakkenberg n°84.
  5. Stem af op 107.7 FM.
  6. Ga verder op A1.
    Gedeeltelijke tolweg.
  7. Neem de afslag richting Aire de Wancourt Ouest.
  8. Steek de snelweg over via de grote overdekte brug, bestel een kopje koffie en een pain au chocolat. Lekker!
  9. Wissel van chauffeur en ga verder op A1.
  10. Ga verder op A1.
    Let op verkeerssituatie: u wordt mogelijk rechts ingehaald door een TGV.
  11. Ga nog altijd verder op A1.
    Komt er dan geen eind aan die A1?
  12. Ga verder op A1, langs Asterix.
  13. Sla rechtsaf.
    Let op verkeerssituatie: mogelijk druk op de weg.
  14. Merk op dat de nummerplaten van de weggebruikers waarop u vloekt eindigen met 75, 78 of 92.
  15. Voeg in op A10.
    Gedeeltelijke tolweg.
  16. Zoek een veilige plek voor een sanitaire stop, het afreageren van frustraties, en een chauffeurswissel.
  17. Ga verder op A11 (L'océane).
    Tolweg.
  18. Doe een wedstrijdje wie het eerst de twee torens van de kathedraal van Chartres kan zien.
    Let op: blijf op het verkeer letten!
  19. Ga verder op A11.
  20. Neem afslag 5.
  21. Rijd ca. 30 min. door in westelijke richting.
    Kruis hierbij herhaaldelijk de A11.
U bent gearriveerd op uw eindbestemming.

zaterdag 11 oktober 2008

Welkom

Welkom!

Mijn naam is Jan Ouwens, en ik besta niet echt. Ik ben een vehikel, verzonnen door iemand die een excuus zocht om een blog te starten. Maar ik moet zeggen dat ik me best wel een beetje vereerd voel: uit alle mensen die hij had kunnen verzinnen, koos hij uitgerekend mij! Dat is een belangrijk moment hoor, in het leven van een fictief personage. Natuurlijk had ik liever gehad dat dit een belangrijke literaire roman was. Of desnoods een grote Oscar-winnende Hollywoodfilm. Een rol waarvoor ik onthouden word. Maar een blog is ook wel leuk. Nu maar hopen dat de schrijver het volhoudt.

Het is natuurlijk wel te verklaren dat de schrijver mij koos. Ik lijk erg veel op de schrijver. We zien er bijna hetzelfde uit (ik ben natuurlijk iets knapper) en we hebben zelfs dezelfde naam. Tijdens mijn auditie zei hij nog: "Wij denken hetzelfde." Toen vroeg hij mij een getal tussen één en honderd te raden, en dat was natuurlijk zestien.

Wie ik dan ben? Dat doet er niet toe. Voor jou, de lezer van dit blog, ben ik de schrijver. De schrijver is ik. In feite hoef je helemaal niet te weten dat ik niet echt ben. Slechts een deel van dit blog zal verzonnen zijn. Voor dat deel heeft de schrijver mij nodig. De rest is allemaal waar. Voor jou, de lezer, is het niet nodig om te weten welke delen echt zijn, en welke niet.

Dus mondje dicht! Het is ons geheimpje. Jij hebt het privilege dat je de eerste post van dit blog gelezen hebt. Ik stel voor dat we de mensen die later aanhaken, gewoon in de waan laten dat alles echt is. Dat zit namelijk niet eens zo ver naast de werkelijkheid.

De schrijver en ik wensen je veel leesplezier.