zondag 30 november 2008

Connectiviteit

Vroeger had ik een rijk sociaal leven op internet. Nu ben ik weer terug bij dial-up. Wat had ik dan verwacht, in een land waar ze de telefoonkabels nog bovengronds spannen?

Kabel heb je niet op het platteland, ook niet voor tv. Dat heeft wel als voordeel dat ik niet hele avonden achter de tv verdoe; zappen tussen zes zenders doe je ook maar zo lang.

ADSL valt ook af. Alhoewel je overal telefoonkabels ziet hangen, is de dichtsbijzijnde centrale te ver weg om een goed internetsignaal te krijgen. Of is dit dorp te ver weg van de centrale?

Internet via de satelliet, dat zou nog kunnen. Maar dat is schreeuwend duur. Of internet via het mobieletelefoonnetwerk. Maar dat is schreeuwend duur. Dus dan komen we toch weer terug bij de telefoonkabels: ouderwets inbellen. Dat is ook schreeuwend duur. Maar wel makkelijk.

Geen YouTube, geen tv, geen snel internet ... wat dan wel? Welnu, ik lees een boek. Ik mail met Hein en de rest van het thuisfront. En ik schrijf dit blog. Alleen het plaatsen van de stukjes op de site blijft vervelend. Misschien toch nog maar eens naar zo'n satelliet kijken.

donderdag 27 november 2008

Mechanicaman

Auto's evolueren steeds meer van grote brokken mechanica naar software op wielen. Het ligt voor de hand te denken dat de zelf-rijdende auto een volgende stap is in deze evolutie. En dat is ook zo. Maar er is nog steeds mechanica nodig om enen en nullen te vertalen naar gas, rem en stuur.

Je hebt tegenwoordig auto's die zichzelf kunnen parkeren, waarvoor dit vertaalprobleem al is opgelost. Maar deze auto's gebruiken wat we in softwareland een closed-source API noemen; die kunnen we niet gebruiken. We moeten zelf iets verzinnen.

Geconfronteerd met de vraag waar de beloofde mechanicaman was die burgemeester Torcée voor dit project zou inhuren, ontweek hij schuldbewust mijn blik en begon mompelend de paperassen op zijn bureau te sorteren. Vergeten. Oeps.

Misschien dat Hervé Lavoir, de garagiste, me voorlopig kan helpen?

Lavoir is de uitbater van de enige Citroëngarage in de regio: Monsieur Pneu. Haha. Ik ben hem gaan opzoeken; hij was niet van zins me te helpen. Binnen vijf minuten stond ik weer buiten.

Wat nu?

zondag 23 november 2008

Bloemrijk

Burgemeester Torcée doet erg zijn best om zijn dorp op de kaart te zetten, met een grote dikke pijl ernaast en de tekst "Hier moet u naartoe. Hierheen! Kom dan!" Mijn zelfrijdende-autoproject is daar een extravagant voorbeeld van. Christophes project ook. Een ander voorbeeld is het village fleuri-project. Elk dorp en elke stad in Frankrijk kan één tot vier bloemen krijgen, die aangeven hoe bloemrijk de gemeente is. Hier mag dan een bordje van geplaatst worden onder de plaatsnaambordjes aan de rand van die gemeente.

Knallende ruzie laatst, in het gemeentehuis. Ik stond gefascineerd te luisteren, deur op een kier zodat ik alles goed kon verstaan, maar niet zo ver open dat het opviel. Verderop in de gang zag ik andere deuren ook op soortgelijke kieren staan. Christophe, intussen, werkte onverstoorbaar door.

De ruzie was tussen wethouder Jean-Baptiste Beilte en Khalid, de tuinman, tevens dorpsallochtoon. Ik kon niet alles volgen; met name Beilte gebruikte veel bloemrijke taal, van de soort die je niet op school leert zal ik maar zeggen. Beilte, verantwoordelijk voor ruimtelijke ordening en dus bloemen, had blijkbaar een appeltje te schillen met Khalid. Hij vond dat Khalid niet genoeg moeite deed om het dorp zo bloemrijk mogelijk te maken.

Khalid zei, geduldig, dat het november is en dat er niets is wat hij nu kan doen.

Beilte zei, wijdlopig, dat alles in het werk gesteld moet worden om te zorgen dat we volgend jaar eindelijk die vierde bloem op het bordje krijgen die ons al zo lang ontgaat.

Khalid zei, gepikeerd, dat alles is gedaan en dat het nu een kwestie is van geduld hebben.

Beilte zei, met groeiend stemvolume, waarom hij het hier niet mee eens is.

Khalid zei, in door mij helaas misverstane bewoordingen, dat Beilte de boom in kon met zijn bloemen, en liep vervolgens boos het gemeentehuis uit.

Nee, Beiltes leven gaat niet over rozen.

donderdag 20 november 2008

Boules

Ik had altijd gedacht dat jeu-de-boulesspelende ouderen een stereotype waren, maar het gebeurt echt! En op een stereotiepere manier dan hier kan het bijna niet. Drie oude mannetjes op het pleintje voor de kerk. Een van hen draagt zelfs een baret.

Elke dag loop ik langs het plein, en elke dag staan ze daar te spelen. En elke keer dat ik voorbijloop, kijken ze me na, met priemende oogjes. Meestal groet ik ze dan, en meestal krijg ik geen antwoord, of hooguit wat gebrom.

Een van de mannen komt wel sympathiek over; als ik word teruggegroet is het meestal door hem. De tweede is ronduit vijandig. Als hij veertig jaar jonger was zou ik hem niet graag in een donker steegje tegenkomen. De derde lijkt het nooit te kunnen schelen als ik voorbijkom.

Ik ben een beetje bang om ze aan te spreken.

zondag 16 november 2008

Krossántje

Nu ik in Frankrijk ben realiseer ik me pas hoe lui mijn uitspraak van Franse woorden in het Nederlands altijd is geweest. Ik schroomde er bij de bakker niet voor om een krossántje te bestellen, in plaats van een krwassã. Goed, die rw-combo is lastig, en die neus-a ook. Maar niet lastiger dan de schr in schroom, die ik dus niet voelde.

Jus d'orange wordt door Nederlanders stelselmatig versjuderanst. Om maar te zwijgen van al die juwelenwinkeltjes die hun etalage tooien met het woord "byoux". Elke keer dat ik "bijoux" met een y-grec gespeld zie worden, beste lezer, schiet er een felle pijnscheut door mijn talenknobbel. Au.

Wij hebben ons woorden van Franse oorsprong dermate eigen gemaakt dat Fransen, als ze in Nederland zijn, ongetwijfeld geen flauw benul hebben dat het hun woorden zijn die we misbruiken: déjà-vu (in alle diakritische vormvarianten), papier-maché (waar beide woorddelen rijmen, of niet), clou (niet te verwarren met het Engelse clue), revanche (niet te verwarren met het Engelse revenge).

Maar, de Fransen slaan keihard terug: mannequin, boulevard, étape, matelot.

woensdag 12 november 2008

Incident

Weet je nog, het Incident, met hoofdletter, waar Christophe laatst niets over wilde zeggen? Ik weet nu waar hij het over had. Ik ben verbaasd dat ik er niet eerder achter kwam; het is een tamelijk bizar verhaal.

In een zijstraat van het kerkplein, voorbij het verkeersbord "30 - rappel" (ik begin opeens op dit soort verkeersdetails te letten: beroepsdeformatie), is de straat deels afgezet. Er is namelijk een overval aan de gang in het postkantoortje schuine streep bank.

Al vier maanden.

Op het gemeentehuis circuleert een memo, die de municipale memogeschiedenis is ingegaan als "le billet de banque", waarin alle officiële gebeurtenissen en acties zijn gerapporteerd die betrekking hebben op dit Incident, en waarin staat hoe het heeft kunnen escaleren tot de proporties die het nu heeft. Bij dezen een korte omschrijving.

De overval begon zoals elke andere: gemaskerde en gewapende overvaller betreedt perceel, bedreigt aanwezig personeel (1 persoon) en clientèle (3 stuks), eist de inhoud van de kas, probeert te ontsnappen. Helaas voor hem liep toevallig net op dat moment de volledige politiemacht van het dorp voorbij: een agent genaamd Roger de Conneré. Hij posteerde zich voor de deur en liet niemand in of uit, in de wetenschap dat de enige achterdeur van het pand al jaren niet meer bruikbaar is, want van buitenaf geblokkeerd door een manshoge berg zand die daar is gestort door een achteloze buurman.

Lang verhaal kort, De Conneré weigerde in te gaan op de eisen van de overvaller en vice versa; de plaatselijke middenstand heeft het op zich genomen om de gijzelaars te voeden, want familie, en daarmee ook de overvaller; De Conneré, die toevallig schuin tegenover de bank woont, heeft zijn kantoor naar huis verplaatst; en inmiddels heeft het Incident het dorpsbeeld dermate bepaald dat niemand het meer raar lijkt te vinden. Mensen die geld willen pinnen gaan nu zonder erbij na te denken naar het volgende dorp.

Ik moet niet vergeten dit straatje te markeren als nulrichtingsverkeer in mijn auto-autosoftware.

zondag 9 november 2008

Caissière

Als nieuweling hoef je weinig te doen om op te vallen in een kleine gemeenschap als deze. Zo kende ik na één bezoek al het levensverhaal van Angélique Saussay, caissière bij de 8 à Huit.

Ze is de helft van een eeneiige tweeling en haar zus Jacqueline is getrouwd met Victor Monchevereau, die dat belachelijke kasteel aan het bouwen is aan de rand van het dorp; je hebt het vast al gezien, hoe verzint hij het, zo extravagant en protserig, wie zit er nou in vredesnaam in de eenentwintigste eeuw nog op een kasteel te wachten, doe liever iets nuttigs met je geld; terwijl zijzelf dus nooit een man aan de haak heeft kunnen slaan, rijk of anderszins, waardoor ze, in tegenstelling tot haar zus, wél gewoon moet werken voor de kost net als ieder ander, en dat doet ze nu als caissière bij de supermarkt, maar dat is tijdelijk hoor, denk maar niet dat ze hier de rest van haar dagen zal slijten hoor, o nee, ze heeft dromen, ze heeft ambities: in haar vrije tijd maakt ze namelijk sieraden van papier-maché die ze verkoopt via internet, en alhoewel haar sieradenimperium op dit moment nog niet zo goed loopt zullen ze, wanneer de tijd er rijp voor is, buitengewoon populair worden in de hogere kringen van de Parijse jetset: ze zullen gedragen worden door artiesten, politici, topcriminelen en diplomaten; ze zal haar fortuin maken, ze zal gevraagd worden voor interviews in glossy bladen en voor grote filmrollen, want ze is ook actrice; och, heb je trouwens die film over de Ch'ti al gezien, dat is toch zo'n kostelijke film, en ook leerzaam voor jou, het geeft zo'n treffend beeld van de Noord-Franse cultuur, alhoewel we hier niet in het noorden van Frankrijk zitten natuurlijk, maar het is toch een erg leuke film, waarom zit je zo op je horloge te kijken; ook zal ze gevraagd worden voor de exclusieve feestjes in Parijs en voor modeshows, waar ze haar sieraden zal tonen aan topmodellen en couturiers, die orders zullen plaatsen die zo groot zijn dat ze mensen in dienst zal moeten nemen om aan de vraag te kunnen voldoen, en eindelijk zal haar zus in háár schaduw staan in plaats van andersom, en dan zullen we nog eens wat beleven, let maar op!

Intussen zal ze proberen om verse melk voor me te bestellen.

woensdag 5 november 2008

Dieet

Voor een ogenschijnlijk beschaafd land als Frankrijk zijn de eet- en drinkgewoontes er toch heel anders dan in Nederland.

Water, om te beginnen. In Nederland haal je dat gewoon uit de kraan. Toen ik dat hier voor het eerst deed, spuugde ik het meteen uit zo goor was het. Georges heeft me verteld dat je niet ziek wordt van het kraanwater, maar dat het evenmin bestemd is om te drinken. Nee, drinkwater koop je in een plastic fles. Ik ben eens gaan kijken bij de plaatselijke 8 à Huit, en de hoeveelheid keus is duizelingwekkend.

Bij mijn eerste glas melk had ik dezelfde neiging als bij mijn eerste glas kraanwater. Vrijwel alle melk is hier langhoudbaar. Logisch natuurlijk, want het pasteurisatieproces is bedacht door en vernoemd naar een Fransman, en de Fransen zouden de Fransen niet zijn als ze dat feit zomaar aan zich voorbij konden laten gaan. Louis Pasteur is een nationale held. Ik heb een beetje gegoogled; er wordt zelfs gewaarschuwd voor de gezondheidsrisico's van het consumeren van "lait non-pasteurisé". Dit terwijl hier in Nederland hele volksstammen dagelijks volstrekt geen negatieve gevolgen van ondervinden. Verse melk schijnt wel te krijgen te zijn, maar ik heb het nog niet gevonden. De volgende keer eens kijken bij de eco-producten of zo.

Brood is natuurlijk een bekende. Maar niet alleen de vorm is anders. In principe is alle brood witbrood. En hoewel vers witbrood van de bakker erg lekker is, had dat na een paar dagen al ingrijpende gevolgen voor mijn stoelgang. Ik heb het inmiddels met mevrouw Montfort, de bakkersvrouw, op een akkoordje gegooid: elke twee dagen bakt haar man voor mij een "pain complet".

Wat hier gewoon niet bestaat, is pindakaas. Laat staan die van Calvé, met stukjes noot: de lekkere pindakaas, kortom. Als ik dat wil hebben, zal ik 't zelf moeten gaan importeren. (Gelukkig hebben ze hier wel Nutella.)

En dat was alleen nog maar het ontbijt.

zondag 2 november 2008

Collega

Ik heb een kantoor gekregen op de eerste etage van het gemeentehuis. Gek eigenlijk, dat een dorp als dit een eigen gemeeentehuis heeft, en een eigen burgemeester. In Nederland zou het gemeentelijk geherindeeld, geannexeerd of gewoon opgeslokt zijn door een naburig dorp. Maar dat terzijde.

Ik deel de ruimte met Christophe; onze bureaus staan tegenover elkaar. Of moet ik tegenwoordig zeggen: "bureaux"?

Nee, toch maar niet doen.

Toen burgemeester Torcée mij aan Christophe voorstelde, leek hij een heel normale, sympathieke kerel. Zijn handdruk was stevig maar een beetje vies door zijn schilferende winterhanden. Meteen na onze introductie is hij zijn handen gaan wassen; hij is daar wel een minuut of vijf mee bezig geweest.

Christophe is werktuigbouwkundig ingenieur. Hij werkt aan een project om de processen in het plaatselijke postkantoortje annex bank te automatiseren. Het is tamelijk revolutionair en kan hem en het dorp in werktuigbouwkundige kringen wereldberoemd maken, zegt Torcée.

"Natuurlijk zit er weinig schot in het project, sinds het Incident." Op de een of andere manier krijgt Christophe het voor elkaar de hoofdletter i uit te spreken. Vervolgens weigert hij in te gaan op de aard van dit incident. Daar kom ik nog wel achter, zegt hij nors. Ik voel me alsof ik in een B-film terecht ben gekomen.