woensdag 31 december 2008

Diner

Georges, mijn huisbaas-buurman, vindt dat ik te weinig gasten ontvang. Om dat te remediëren heeft hij een aantal mensen, onder wie ondergetekende, uitgenodigd voor het diner. Het was een groot offer voor hem, zo zei hij, om voor zo'n grote groep mensen een feestelijke maaltijd te serveren. Hij is immers de jongste niet meer, en ook niet de rijkste. Maar hij doet het met liefde en speciaal voor mij.

Dat zei hij om mij me schuldig te laten voelen.

In verband met de kerstdagen is de leeftijdscategorie 18-38 teruggekeerd naar het dorp, en Georges heeft ze allemaal uitgenodigd. Volgende week gaan ze allemaal weer terug naar hun respectievelijke uithoeken van het land, dus ik geloof niet dat Georges het deed opdat ik mensen leer kennen in het dorp. Nee, volgens mij deed hij het gewoon voor Timothée en Lucie, zijn kinderen. Het zijn hun vrienden.

Zo waren daar Alain, de zoon van de bakker, en Fleur, de dochter van de slager. Iedereen weet (en kan zien) dat zij een stelletje zijn.

"Maar vertel dat alsjeblieft niet aan mijn vader," drukte Fleur me op het hart.

"Of aan de mijne," voegde Alain eraan toe. "Het zou de ruzie alleen maar erger maken."

Ruzie. Dat verklaart waarom de slager laatst zo heftig reageerde op dat brood dat ik mee zijn winkel in nam.

De dochter van de garagiste heet ook Fleur.

"Ik was er eerder hoor!" vertelde ze. "Saussay, die stomme slager, heeft de naam gejat van mijn ouders."

Julien, de zoon van de slager, werd door iedereen een beetje gemeden, ook door zijn zus. Na even met hem gesproken te hebben tijdens het aperitief wist ik waarom. Ik heb mijn best gedaan om tijdens het diner naast iemand anders te gaan zitten: Olivier Torcée was gelukkig wel aangenaam gezelschap.

O en het voedsel was ook erg aangenaam gezelschap.

woensdag 24 december 2008

Kerstaflevering

Om elf uur gaat de straatverlichting uit. Dan zie je de sterren.

Gisteravond, toen ik naar bed wilde gaan, hing er een schilderijtje op de plek waar normaal mijn raam is. Een schilderijtje van de Grote Beer. Ik ben naar buiten gelopen en heb misschien wel een halfuur naar boven gekeken.

Ik had nog nooit de Melkweg gezien. Hij is inderdaad melkig.

In Nederland is overal licht, ook 's nachts, en zeker in de stad. Hier is het na elf uur pikdonker. En wat je dan ziet is adembenemend. Nu snap ik wat ze bedoelen met lichtvervuiling.

Als ik een driewijze was, zou ik niet weten welke ster ik moest volgen; ze zijn allemaal zo helder.

zondag 21 december 2008

Superheld

Ik kwam Lucien weer tegen in het café. Hij zat met een schetsboek voor z'n neus, superheldenoutfits te tekenen. Ik ging naast hem zitten.

"Wat denk je van Maximan?" vroeg hij.

"?"

"Als naam voor mijn geheime identiteit, als superheld."

Ik legde hem uit dat "Maximan" juist zijn publieke identiteit zou zijn, en "Lucien" zijn geheime. Alhoewel ik al wist dat hij Lucien is en dat het geheim daarmee bij voorbaat niet meer geheim was. Tenzij ik mijzelf ook een publieke identiteit zou aanmeten en zijn aartsvijand zou worden natuurlijk.

Daar was hij het wel mee eens.

"Overigens vind ik Maximan een stomme naam," zei ik. "Wat denk je van Le Big Mec? Die naam heb ik eens in een stripboek gelezen."

Hij zou erover nadenken.

woensdag 17 december 2008

Wandeling

Van de week besloot ik via een omweg naar huis te lopen. Christophe was weer eens boos geworden om niets, en ik wilde even uitwaaien. Zonder dat ik er erg in had, voerde mijn weg me langs het postkantoor. Dat van de overval. Natuurlijk moest ik even naar binnen kijken; het is niet elke dag dat je een gijzeling van dichtbij kunt bekijken.

Nou ja, dat kan dus wel hier. Maar toch.

Ik weet niet wat ik verwachtte te zien. Mensen, angstig zittend tegen de muur, terwijl de gemaskerde overvaller met zijn wapen zwaait. Misschien zijn de gijzelaars wel vastgebonden. Misschien is er wel eentje gewond!

Niets van dat al. Ze zaten met z'n vijven om de tafel. Lachend, vrolijk. Ik kon niet eens zien wie van hen de overvaller was, en wie de gijzelaars. Te kaarten. Tarot, zo te zien. Voor ik er zelf erg in had, zwaaide ik naar ze. Een van hen zag me, en zwaaide terug.

"Jean!"

Enigszins verbaasd liep ik verder. Zo horen gijzelingen toch niet te gaan? Ik had niet eens een wapen gezien!

"Jean!" Ik draaide me om. Het was een van de hangouderen op het kerkplein die me riep. De man met de baret; de sympathieke. Hij was me tegemoet gekomen.

"Jean. Of is het Yann?" Hij kende mijn naam, maar ik had hem nog nooit gesproken! Alleen af en toe hallo. Nou ja, in een dorp als dit kun je niet lang geheimen bewaren, zeker als ze niet geheim zijn natuurlijk.

"Eh."

"Jean. Ik heb liever niet dat je naar ze zwaait."

Nog voordat ik eraan dacht waarom te vragen, stond hij alweer te jeu-de-boulen met zijn vrienden. In gedachten verzonken kwam ik thuis.

zondag 14 december 2008

Afstand

Ken je dat, als je ergens heel intensief mee bezig bent, dat je er niet meer objectief over kunt redeneren? Je zit er te dicht op, en moet afstand nemen om het geheel te kunnen overzien. Het nemen van die afstand kan best lastig zijn. Soms heb je iemand anders nodig om je ertoe te dwingen.

Hein vroeg me vorige week wat ik zo leuk vind aan Frankrijk. Het is een goede vraag, waar ik gek genoeg geen goed antwoord op heb. Het zit in me, maar waarom het in me zit, weet ik niet. Ik zit ook in me, dus ik zit er heel dicht bovenop. Ik zou een stap terug moeten nemen van mezelf om het goed te kunnen zien.

Ten eerste wil ik zeggen dat ik in Frankrijk woon. Niet in Parijs. Frankrijk en Parijs zijn twee verschillende landen, en eenieder die zijn mening over Frankrijk baseert op uitsluitend Parijs of uit Parijs afkomstige mensen, nodig ik uit om een keer echt naar Frankrijk te gaan. En ook niet naar zo'n toeristenhol in de Alpen of de Dordogne; die tellen gewoon als Nederland.

Ik kan niet zeggen dat het de mensen zijn die in Frankrijk op de een of andere manier beter of anders zijn dan in Nederland, want dat zijn ze niet. Christophe is gewoon een eikel. Goed, ze zijn hier inderdaad een stukje chauvinistischer dan in Nederland, maar Nederlanders lijden aan hun eigen nationale waanbeelden die Nederlandse Nederlanders in Nederland niet zien omdat ze eerst een stapje uit Nederland moeten nemen.

Wat trekt mij dan wel?

Het landschap is mooi. Frankrijk heeft alles: bergen, zee, stad, horizon. Nederland heeft eigenlijk alleen maar zee en stad.

De taal vind ik prachtig: heel vloeiend, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het Duitse staccato, en muzikaal, maar zachter dan het Italiaans. Het heeft complexe uitspraakregels die mijn informaticahart aanspreken, maar zonder Engelse willekeur.

De muzikaliteit van de taal maakt haar natuurlijk uitermate geschikt voor Franstalige poëzie en muziek. Vooral van dat laatste ben ik een groot liefhebber. De Franse muziek in het bijzonder, en de Franse cultuur in het algemeen, trekken aan mij.

Ik zal, tijdens de loop van dit blog, proberen stapjes terug te nemen van mezelf (zonder buiten mezelf te treden), en het jullie laten weten als ik daarbij iets interessants ontdek.

donderdag 11 december 2008

Ambacht

In Nederland kocht ik al mijn eten bij Albert Heijn. Brood, vlees, alles. Dat is hier natuurlijk ondenkbaar. Brood haal je bij de boulanger, vlees bij de boucher. Of de charcutier. Of allebei.

De bakker en de slager zijn hier buren. Handig, zou je denken.

Nadat ik gisteren, zoals gebruikelijk, mijn pain complet en een baguette had gekocht, liep ik bij de slager binnen voor een stukje vlees. Meestal staat de vrouw van de slager in de winkel, terwijl hij achter zijn werk doet. Deze keer was het monsieur Saussay zelf die achter de toonbank stond.

Saussay, zoals altijd luid zingend, was meteen stil toen hij mij zag. Een tel later werd hij boos.

"Haal dat misselijke misbaksel uit mijn winkel!" riep hij. Ik keek hem niet-begrijpend aan. Hij wees naar mijn brood. "Weg! Weg ermee!" Hij pakte een bebloed slagersmes, veegde het af, en begon dreigend achter de toonbank vandaan te komen. Zijn gezicht was vertrokken tot een verschrikkelijke grimas. Ik deinsde angstig terug, de winkel uit.

Toen ik mijn tas buiten uit het zicht tegen de gevel had gezet en behoedzaam weer binnenliep, was hij opeens allervriendelijkst, net zoals zo'n dikke vervaarlijke gladiator in Asterix als hij opeens met gebloemde spreekballonnetjes complimentjes geeft aan zijn superieuren.

Maar wat had ik verkeerd gedaan?

zondag 7 december 2008

Mail

Ik kreeg een mail van Hein:

hey jan,

hoe gaat het met je auto auto?? je hebd toch nog geen on gelukken veroorzaakt haha je blog is erg leuk, balen dat je zo slecht internet hebt man maar waar om ga je dan ook in vredesnaam zo achterafgelegen wonen???/ ik snap niet wat er nou zo leuk is aan frankrijk

sinter klaas is net weer het land uit die heb jij dus gemisd. ik heb guitar hero gekregen voor mn ds

hey groot nieuws ik heb een baan gevonden!!!1 ik ga werken bij een bedrijf dat games ontwikkelt jammer dat je niet meer in de randstad woond anders had ik bij je kunnen logeren tot ik woon ruimte gevonden heb haha

-heinz

Hein is niet zo goed in de d's en de t's. En in de interpunctie.

woensdag 3 december 2008

Generatiekloof

In dit dorp ontbreekt een generatie.

Er woont hier bijna niemand tussen de achttien en achtendertig; van mijn leeftijd. Ik ken er welgeteld twee: Khalid, over wie ik al eerder heb geschreven, en Chloé, dochter van wethouder Beilte. Zij is koffiejuffrouw op het gemeentehuis, of manager municipale dienstverlening-facilitair, zoals ze zelf graag haar functie omschrijft.

De rest is allemaal uit studeren in de grote stad, een grote stad, ergens in het land. Grootouders, ouders en kleine broertjes en zusjes blijven achter.

Gevolg is, dat er voor mensen van mijn leeftijd weinig te beleven valt hier. Maar er is een café en daar ga ik af en toe heen. Laatst kwam ik er zelfs een generatiegenoot tegen!

Lucien, de jongste telg uit het gezin-Beilte, heeft zijn draai in het leven nog niet helemaal gevonden. Hij heeft niet gestudeerd en woont bij zijn ouders. Gedurende een uurtje of twee per week is hij manager municipale dienstverlening-IT. Verder sport hij als een maniak.

Omdat ik niks beters te doen had, ben ik 'm eens gaan uithoren over zijn ambities. Daarvan heeft hij er precies één: hij wil superheld worden.