zondag 19 april 2009

Fin

EINDE
van deze episode.

zaterdag 18 april 2009

Cowboy

Ik heb Hein aan de telefoon.

"Ik denk dat ik terugkom."

"Waarom?"

"Er is niks meer wat me hier houdt. Het auto-autoproject is definitief voorbij. En voor de mensen in het dorp ben ik opeens die buitenstaander die Martine heeft aangereden."

"En de mensen met wie je het wel kon vinden?"

"Ik laat wel een briefje achter voor Georges. Verder vind ik 't wel goed zo."

"Nou ... ik ga niet tegen je liegen. Ik vind het leuk dat je weer terugkomt. Ik had niet gedacht dat je het zo lang zou volhouden daar in dat rotdorp."

Die avond nam ik de auto-auto en reed ermee weg. Ondanks alle tegenslag wist ik dat de auto-auto dat kon, en ik was niet in de stemming om zelf dat hele stuk te rijden.

Ik voelde me net Lucky Luke aan het einde van een avontuur, die er stilletjes tussenuit glipt, op zijn trouwe viervoeter de ondergaande zon achterna. Behalve dan dat ik in oostelijke richting wegreed; van de ondergaande zon weg dus. Op mijn trouwe vierwieler, dat wel.

I'm a poor lonesome cowboy, I'm a long long way from home ...

vrijdag 17 april 2009

Ontknoping

En zo loopt alles toch nog goed af. Lucien heeft zijn aartsvijand. Martine gaat het wel redden, volgens de doktoren. Saussay is inmiddels vertrokken; achter zijn zangcarrière aan. Montfort is zijn winkel aan het herverbouwen.

De overval is voorbij; alle gijzelaars zijn weer veilig thuis. Negen maanden hebben ze opgesloten gezeten in dat postkantoortje. De overvaller is met de noorderzon vertrokken. En nu het postkantoor weer in gebruik genomen kan worden, kan Christophe eindelijk weer verder met zijn project. Ik heb hem nog nooit zo vrolijk gezien. Hij is nu zowaar vriendelijk tegen mensen. Oké, niet tegen alle mensen. Maar het is zeker een verbetering.

En overal zijn bloemetjes! Wethouder Beilte heeft vandaag een ronde door het dorp gemaakt met Khalid en hij is erg tevreden.

"En het is nog pas lente! Wacht maar tot straks alles in volle bloei staat."

"Die extra Village fleuri-bloem kan ons dit jaar zeker niet meer ontgaan," zei Khalid opgewekt.

"Kom," zei Beilte tegen Khalid, "we gaan naar het café om het te vieren!"

Zoals ik al zei, alles loopt goed af. Behalve voor mij. Het auto-autoproject is definitief stopgezet. Gebrek aan sponsors, en de slechte pers na het ongeluk.

Wat nu?

donderdag 16 april 2009

Lot

"Ik was te laat."

Lucien zat stilletjes te mokken. Hij raakte zijn kruidenthee niet aan.

"Ik kon haar niet helpen."

Ik probeerde hem te troosten: "Ik heb haar vandaag opgezocht in het ziekenhuis. Ze verwachten dat ze over een week weer naar huis mag."

"Daar gaat het niet om! Ik had er gewoon moeten zijn. Ik had het moeten voorkomen."

Zo kwamen we natuurlijk nergens. Ik gooide het over een andere boeg.

"Ik weet wie verantwoordelijk is voor dit ongeluk."

"Martine zelf toch gewoon? Ze sprong immers zelf. Niemand heeft haar geduwd."

Daar had hij een punt.

"Maar, wie heeft haar op het idee gebracht?" loog ik. "Sterker nog: wie is verantwoordelijk voor die hele overval?"

Lucien keek op. "Nou?"

"Het is je aartsvijand!"

Zag ik daar iets glinsteren in zijn oog?

Ik vertelde hem het verhaal van Louis de la Fontaine en zijn zoon, die onlangs had gewonnen in de verkiezingen. Aan het einde van de avond was Lucien zowaar weer monter en energiek. Hij gebruikte vaak de woorden "missie" en "lot".

woensdag 15 april 2009

Krant

Het nadeel van het uitnodigen van de pers, is dat het breed uitgemeten wordt in de kranten als er iets mis gaat. Dat gaat ongeveer zo:

Wat een gloriedag van de moderne wetenschap had moeten worden, draaide uit op een drama. De proefrit van de zichzelf besturende auto, oftewel auto-auto, had een fatale afloop toen de auto een achtentwintigjarige vrouw aanreed voor de ogen van het toegestroomde publiek. De hulpdiensten waren snel ter plekke, en men hoopt op volledig herstel.

De organisatie van de Tour de France heeft, naar aanleiding van dit incident, laten weten de plaats geschrapt te hebben van haar lijst etappe-aankomstplaatsen. "Dit incident heeft geleid tot slechte publiciteit, die niet past bij de geest van de Tour," aldus de voorzitter van de organisatie.

Saillant detail is dat Guy de la Fontaine, deze week verkozen in het conseil général, afkomstig is uit het dorp. Hij was niet bereikbaar voor commentaar.

In de wetenschapsbijlage stond nog een groot, angstig, onwetenschappelijk artikel over machines die taken overnemen van de mens, en wat daar allemaal bij fout kan gaan.

Die sponsor kan ik nu wel vergeten denk ik.

dinsdag 14 april 2009

Onrust

Daarna gebeurde zo'n beetje alles tegelijk.

Luid "NOOOOOOOOOOOOOOOOOON" roepend kwam Le Big Mec aanrennen. Toen hij zag dat er niemand meer gered kon worden, liep hij bedrukt weer weg.

Oude man De la Fontaine zag ik nog even in de menigte. Hij zag er minder zelfverzekerd uit dan ik hem ken. Blijkbaar was dit niet iets wat hij had gepland.

Plotseling klonk er een geluid van krakend hout: Khalid stond met een koevoet de afgetimmerde voordeur van het postkantoor vrij te maken. De la Fontaine liet hem begaan. Toen de deur vrij was, liepen de gijzelaars zowat over hem heen, zo snel kwamen ze naar buiten. Ze bleven even bij Martine staan kijken; verdwenen vervolgens in de massa.

"Ik vind haar maar stom," fluisterde opeens Christophe in mijn oor. "Maar dit had nou ook weer niet gehoeven ..."

Het bleef nog lang onrustig in het dorp, ondanks de inspanningen van voltallige politiemacht Roger de Conneré, die voor de gelegenheid hulp had gekregen van zijn collega's uit de aangrenzende dorpen.

maandag 13 april 2009

Hulpdiensten

Wist je dat er in Frankrijk meerdere alarmnummers zijn? Er is er een voor de politie (17), een voor de brandweer (18), een voor de ambulance (15). Voor de ambulance voor daklozen (115). Er is er een voor kindermishandeling (119), wat natuurlijk een goede zaak is. Er is ook 112, maar dat weet niet iedereen.

En de dichtstbijzijnde centrale is natuurlijk een eindje weg.

Kortom, het duurde even voordat de hulpdiensten er waren.

Iemand in het publiek probeerde Martine te reanimeren. Dat stelde de menigte enigszins gerust. Toen de ambulance er was, werd de goede man vriendelijk bedankt voor zijn inspanning en kreeg hij de gelegenheid ergens ongestoord in te storten van vermoeidheid. Het ambulancepersoneel schraapte Martine intussen van de straat en nam haar mee.

zondag 12 april 2009

Dallas

Eindelijk was het dan zo ver! De grote dag. Ik was inderdaad een beetje zenuwachtig.

Het hele dorp was vol- en uitgelopen met pers, nieuwsgierigen, dagjesmensen, en anderen die niks beters te doen hadden. De sponsorcampagne had, althans tot zo ver, goed gewerkt: er was veel aandacht. Het enige wat er nog ontbrak was een daadwerkelijke sponsor. Aan mij om die met een perfecte proefrit over de streep te trekken.

En de rit begon goed. De auto-auto ging goed om met de woelige menigte aan de kanten van de weg. Ik voelde me net John F. Kennedy toen hij rondgereden werd door Dallas: niet zelf hoeven rijden, en bejubeld worden door mensen langs de weg. En natuurlijk de onaangename afloop.

De route voerde langs het postkantoor. Die ligt aan een wat langere weg, waar de auto-auto wat meer snelheid kon maken. En net toen we het postkantoor passeerden, vloog er een figuur langs de voorruit en voelde ik een flinke hobbel en werd het publiek wild.

Ter verdediging van de auto-auto wil ik graag zeggen dat hij niet in paniek raakte. Als ik aan het stuur zat, was ik waarschijnlijk in paniek het publiek in gereden in een vergeefse poging te ontwijken wat er plotseling voor de auto sprong. De auto-auto niet; die bleef kalm in een rechte lijn rijden.

De keerzijde, natuurlijk, was dat hij doorreed.

Toen ik bekomen was van de schrik, een paar honderd meter verder, stopte ik de auto. Ik stapte uit en manoeuvreerde me door de mensen terug naar het postkantoor, waar Martine stil op de straat lag. Het was geen prettig gezicht.

woensdag 8 april 2009

Zangcarrière

Nu zowel de bakkerij als de slagerij verwoest zijn, moet iedereen voor z'n dagelijkse boodschappen naar het volgende dorp, of naar de dichtstbijzijnde hypermarché, twintig kilometer verderop. Of genoegen nemen met wat Angélique verkoopt in haar supermarktje, maar pain de mie is echt niet te eten. "Nederlands brood", ik dacht het niet. Dus toch maar naar het volgende dorp.

Bij de slager aldaar kwam ik onze slager tegen. Die moet natuurlijk ook vlees hebben. Hij maakte een opgewekte indruk. Ik zou zelfs bijna zeggen dat hij een montere indruk maakte, als ik iemand was die een woord als "monter" zou gebruiken.

"Bonjour Yann!" groette hij me.

"Dag meneer Saussay. Hoe gaat het?"

"Welnu, je bent de eerste aan wie ik het vertel, maar ik heb een belangrijke beslissing genomen."

"O?"

"Ja. Ik heb besloten om niet mijn winkel opnieuw op te bouwen. In plaats daarvan ga ik naar Parijs, om mijn carrière als zanger op de rails te krijgen! Ik heb gehoord dat er weer een nieuwe ronde van Star Academy begint."

Dat antwoord verbaasde me. Ik had hem wel eens horen zingen in de winkel, terwijl hij het vlees stond te snijden. Zo goed was dat nou ook weer niet.

"Brel, Aznavour ... wat zij kunnen, kan ik ook!"

"Parijs, dus?"

"Ja. Ik vertrek volgende week. Haha, wie had dat gedacht, dat ik eerder het dorp zou verlaten dan jij. Ik dacht die Yann, die houdt het hier geen twee weken vol."

"Eh, juist."

"Montfort zal wel denken dat hij onze ruzie gewonnen heeft, nu ik naar Parijs vertrek. Dat ik het opgeef. Maar dat heeft er natuurlijk niks mee te maken!"

"Natuurlijk niet."

Saussay was aan de beurt. Toen hij zijn monsterbestelling in zijn tas had gestopt, fluisterde hij me grinnikend toe: "En dat alles dankzij die ouwe De la Fontaine. Als hij me niet op het idee had gebracht ..."

Huh? Wat!?

zondag 5 april 2009

Sponsor

Dit is het dan. Het moment suprême. Uur U. Het einde van de rit, letterlijk. Nou ja, niet nu, maar volgende week.

Alles is geregeld. De auto-auto is gerepareerd. De software is zo goed als ik 'm ga krijgen. Ik ben er klaar voor.

De bevolking van het dorp is op de hoogte gebracht. De pers is geïnformeerd. Hoogwaardigheidsbekleders zijn uitgenodigd. Het enige wat nog ontbreekt is een nationaal bekende artiest op z'n retour, om de boel op te luisteren. Maar ach, ik denk dat ik ook wel zonder kan.

Volgende week is de allerlaatste testrit. Dan moet het goed zijn. Door er een mediaspektakel van te maken, hopen we een sponsor te kunnen vinden om verder onderzoek te financieren. Zo niet, dan is het afgelopen en kan ik net zo goed naar huis gaan.

Ik verbaas me dat ik nog niet zenuwachtig ben. Maar dat komt nog wel, denk ik.

woensdag 1 april 2009

Onthulling

Soms heb je van die dagen dat iets gewoon even af moet. En als dat iets dan ook nog niet wil lukken, merk je opeens dat het laat is en je hebt slaap en je moet maar eens naar huis. Zo rond middernacht of zo. Dan zet je je computer uit, pak je gapend je tas, en loop je naar buiten.

Toen het mij laatst overkwam, zag ik een schimmige man posters aan een muur plakken. Nieuwsgierigheid nam de overhand, ik wilde weten wie het was. In de grote stad kun je dat beter niet doen, maar wat kan je in een dorp als dit, waar iedereen elkaar kent, nou overkomen?

In het ergste geval zou ik vast wel gered worden door Le Big Mec.

Ik liep naar de schim toe, en het bleek meneer De la Fontaine te zijn. De oude man met de baret; de man die altijd jeu de boules speelt op het plein met de andere oude mannen. "De la Fontaine voor conseil général", stond er op z'n poster. Toen ik hem groette, schrok hij.

"Jij. Wat doe je hier?" zei hij nerveus.

"Nou zeg. Mag een mens niet meer gewoon 's nachts een wandelingetje maken? Wat doe jij hier?"

"Heh. Je hebt me weer betrapt."

Dat verraste me. "Hoezo, weer?"

"Bij de uitbraak, toen Martine ontsnapt is. En laatst bij Monchevereau, toen ik weer geld aan het lospeuteren was."

Ik dacht even na. De oude man was onverwacht vrijgevig met verrassende feitjes. Er waren zo veel vragen die in mijn hoofd naar boven schoten dat ik moeite had te kiezen welke ik als eerste moest stellen. Ik besloot een vraag te stellen die ik al kende.

"Hoezo, weer?"

"Waarom denk je dat hij je al dat geld gaf voor je auto-auto?"

Interessant.

"Waar is de poster voor?"

"Mijn zoon doet mee aan de departementale verkiezingen. Ik ga zorgen dat hij wint."

"Met posters?"

"Nou ... ik niet alleen dat. Maar alle beetjes helpen!"

"Maar waarom dan?"

"Ik ben een beetje uitgekeken op dit dorp. Ik wil mijn macht uitbreiden naar het departement."

"Macht? Je hebt toch helemaal geen macht?"

"Denk je dat? Hoe denk je dat burgemeester Torcée aan zijn auto-auto-idee kwam? Beilte aan z'n village-fleuriproject? De overval, de Tour die naar ons dorp komt, de huisnummers ... dat was ik allemaal! Hahaha!"

"Ik geloof het niet."

"Weet je wat? Ik zal het je bewijzen. Die ruzie tussen Saussay en Montfort is volgende week ten einde. Let maar op! Mwuhahahaha!" Hij draaide zich om en ging verder met plakken van verkiezingsposters. Terwijl ik naar huis liep hoorde ik hem in de verte nog vervaarlijk lachen.

Volgens mij heb ik een aartsvijand gevonden voor Lucien.